De afgelopen decennia zijn de emotionele problemen onder Nederlandse kinderen toegenomen. Deze trend heeft zich voorgedaan bij kinderen in de schoolleeftijd. Ondanks de toename van zorggebruik voor psychische problemen bereikt nog steeds slechts een klein percentage van kinderen met psychische problemen de zorg. Het is belangrijk om kinderen en jongeren te blijven monitoren. Dit schrijft Nouchka Tick, onderzoekster bij de afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie van het Erasmus MC.Media-aandacht
Er is in de media veel aandacht voor psychische problemen onder kinderen en adolescenten. Veelgehoord is dat deze problemen de laatste jaren aan het toenemen zijn. Berichten over criminele incidenten waarbij zeer jonge daders zijn betrokken, toegenomen wachtlijsten bij instellingen voor geestelijke gezondheidzorg, een toenemende aandacht voor psychiatrische stoornissen bij kinderen en adolescenten zoals ADHD en depressie, maar ook de vermoede negatieve effecten van een snelveranderende omgeving van kinderen en adolescenten doen de vraag rijzen of kinderen en adolescenten in toenemende mate last hebben van psychische problemen.
Angst en depressie
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, zijn niet zozeer de gedragsproblemen, zoals antisociaal gedrag, tussen 1983 en 2003 toegenomen onder 6- tot 16-jarigen, maar is er een stijging te signaleren in door ouders gerapporteerde emotionele problemen, zoals angst en depressie. Adolescenten zelf laten geen stijging zien in zelfgerapporteerde problemen. Ook bij peuters werd geen toename in problemen gevonden. Het percentage kinderen dat gebruik heeft gemaakt van zorg voor psychische problematiek is de laatste jaren toegenomen. Alle gevonden trends zijn voor jongens en meisjes gelijk.
Toename emotionele problemen
De resultaten van het onderzoek van Nouchka Tick laten zien dat niet zozeer de gedragsproblemen, maar juist de emotionele problemen zijn toegenomen over de afgelopen decennia. Dergelijke trends hebben zich overigens alleen voorgedaan bij kinderen in de schoolleeftijd, maar nog niet bij kinderen in de voorschoolse leeftijd. Mogelijk is de schoolleeftijd een kwetsbare periode, waarin kinderen gevoeliger zijn voor de veranderende omgeving, waardoor zij verhoogd risico lopen om emotionele problemen te ontwikkelen. Ondanks de toename van zorggebruik voor psychische problemen, bereikt nog steeds slechts een beperkt percentage van kinderen met psychische problemen de zorg. Het is belangrijk om kinderen en jongeren te blijven monitoren, om zicht te houden op de zorgbehoefte in de jonge bevolking. Kleine trends kunnen al veel impact hebben op de hoeveelheid kinderen die mogelijk hulpverlening nodig heeft en dus op het welzijn van de gehele samenleving.
Bevolkingsonderzoeken
Nouchka Tick onderzocht tijdens haar promotieonderzoek in het Erasmus MC - Sophia Kinderziekenhuis of er werkelijk een toename in gedragsproblemen en emotionele problemen bij kinderen en adolescenten in ons land over de afgelopen jaren is te signaleren. Drie grote bevolkingsonderzoeken, afkomstig uit 1983, 1993 en 2003, werden met elkaar vergeleken. In elk van deze onderzoeken werden vragenlijsten over een breed scala aan gedragsproblemen voorgelegd aan ouders en leraren van rond de 2000 kinderen in de leeftijdsgroep van 6 tot 16 jaar. In 1993 en 2003 vulden adolescenten zelf een lijst in. Ook werden twee bevolkingsonderzoeken uit 1989 en 2003 met elkaar vergeleken. In deze twee onderzoeken werden vragenlijsten voorgelegd aan ouders van ongeveer 300 (1989) en ongeveer 400 (2003) kinderen in de voorschoolse leeftijd. redactie@zorgkrant.nl
Er is in de media veel aandacht voor psychische problemen onder kinderen en adolescenten. Veelgehoord is dat deze problemen de laatste jaren aan het toenemen zijn. Berichten over criminele incidenten waarbij zeer jonge daders zijn betrokken, toegenomen wachtlijsten bij instellingen voor geestelijke gezondheidzorg, een toenemende aandacht voor psychiatrische stoornissen bij kinderen en adolescenten zoals ADHD en depressie, maar ook de vermoede negatieve effecten van een snelveranderende omgeving van kinderen en adolescenten doen de vraag rijzen of kinderen en adolescenten in toenemende mate last hebben van psychische problemen.
Angst en depressie
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, zijn niet zozeer de gedragsproblemen, zoals antisociaal gedrag, tussen 1983 en 2003 toegenomen onder 6- tot 16-jarigen, maar is er een stijging te signaleren in door ouders gerapporteerde emotionele problemen, zoals angst en depressie. Adolescenten zelf laten geen stijging zien in zelfgerapporteerde problemen. Ook bij peuters werd geen toename in problemen gevonden. Het percentage kinderen dat gebruik heeft gemaakt van zorg voor psychische problematiek is de laatste jaren toegenomen. Alle gevonden trends zijn voor jongens en meisjes gelijk.
Toename emotionele problemen
De resultaten van het onderzoek van Nouchka Tick laten zien dat niet zozeer de gedragsproblemen, maar juist de emotionele problemen zijn toegenomen over de afgelopen decennia. Dergelijke trends hebben zich overigens alleen voorgedaan bij kinderen in de schoolleeftijd, maar nog niet bij kinderen in de voorschoolse leeftijd. Mogelijk is de schoolleeftijd een kwetsbare periode, waarin kinderen gevoeliger zijn voor de veranderende omgeving, waardoor zij verhoogd risico lopen om emotionele problemen te ontwikkelen. Ondanks de toename van zorggebruik voor psychische problemen, bereikt nog steeds slechts een beperkt percentage van kinderen met psychische problemen de zorg. Het is belangrijk om kinderen en jongeren te blijven monitoren, om zicht te houden op de zorgbehoefte in de jonge bevolking. Kleine trends kunnen al veel impact hebben op de hoeveelheid kinderen die mogelijk hulpverlening nodig heeft en dus op het welzijn van de gehele samenleving.
Bevolkingsonderzoeken
Nouchka Tick onderzocht tijdens haar promotieonderzoek in het Erasmus MC - Sophia Kinderziekenhuis of er werkelijk een toename in gedragsproblemen en emotionele problemen bij kinderen en adolescenten in ons land over de afgelopen jaren is te signaleren. Drie grote bevolkingsonderzoeken, afkomstig uit 1983, 1993 en 2003, werden met elkaar vergeleken. In elk van deze onderzoeken werden vragenlijsten over een breed scala aan gedragsproblemen voorgelegd aan ouders en leraren van rond de 2000 kinderen in de leeftijdsgroep van 6 tot 16 jaar. In 1993 en 2003 vulden adolescenten zelf een lijst in. Ook werden twee bevolkingsonderzoeken uit 1989 en 2003 met elkaar vergeleken. In deze twee onderzoeken werden vragenlijsten voorgelegd aan ouders van ongeveer 300 (1989) en ongeveer 400 (2003) kinderen in de voorschoolse leeftijd. redactie@zorgkrant.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten